Vertaling van anweisen

Inhoud:

Duits
Nederlands
anweisen, assignieren, überweisen, zuweisen, zugedenken, zitieren, vorladen {ww.}
voor het gerecht dagen
toewijzen

ich werde anweisen
du wirst anweisen
er/sie/es wird anweisen

ik zal toewijzen
jij zult toewijzen
hij/zij/het zal toewijzen
» meer vervoegingen van toewijzen

andeuten, weisen, anweisen, zeigen {ww.}
wijzen 
aanwijzen 
uitduiden
aangeven 
aanduiden 

ich werde anweisen
du wirst anweisen
er/sie/es wird anweisen

ik zal wijzen
jij zult wijzen
hij/zij/het zal wijzen
» meer vervoegingen van wijzen

Ich kann es Ihnen zeigen.
Dat kan ik je aanwijzen!
Kannst du mir den Weg zum Hafen zeigen?
Kunt u mij de weg naar de haven wijzen?
angeben, weisen, anweisen, hinweisen, zeigen {ww.}
tonen
laten zien
wijzen 
uitwijzen
vertonen
tentoonspreiden

ich werde anweisen
du wirst anweisen
er/sie/es wird anweisen

ik zal tonen
jij zult tonen
hij/zij/het zal tonen
» meer vervoegingen van tonen

Ich werde Ihnen die Stadt zeigen.
Ik zal je de stad laten zien.
Ich werde euch ein paar Bilder zeigen.
Ik zal jullie wat foto's laten zien.


Gerelateerd aan anweisen

assignieren - überweisen - zuweisen - zugedenken - zitieren - vorladen - andeuten - weisen - zeigen - angeben - hinweisen