Vertaling van fusing
Inhoud:
Engels
Nederlands
to agglomerate, to fuse, to mass {ww.}
tot een geheel verenigen
agglomereren
doen samenklonteren
agglomereren
doen samenklonteren
to fuse {ww.}
een conglomeraat vormen
to fuse, to fizz {ww.}
sissen
langzaam branden
langzaam branden
to coalesce, to merge, to fuse, to amalgamate {ww.}
versmelten
fuseren
samensmelten
fuseren
samensmelten
to fuse {ww.}
samensmelten
versmelten
versmelten
to blend, to coalesce, to combine, to commingle, to conflate, to flux, to fuse, to immix, to meld, to merge, to mix {ww.}
vermengen