Vertaling van manager

Inhoud:

Engels
Nederlands
manager, administrator {zn.}
zetbaas [m]
beheerder  [m]
bestuurder  [m]
administrateur  [m]
manager, conductor, director, leader, marshal {zn.}
manager 
menner
gerant
He isn't actually the manager.
Hij is eigenlijk niet de manager.
They appointed Mr. White as manager.
Ze hebben meneer White als manager aangesteld.
director, manager {zn.}
directeur  [m]
bestuurder  [m]
The director of the school wants to close the canteen and create a new recreation room for the students.
De directeur van de school wil de kantine sluiten en een nieuwe recreatieruimte creëren voor de studenten.
director, manager, managing director {zn.}
manager [m] (de ~)
They appointed Mr White as manager.
Ze hebben meneer White als manager aangesteld.
The manager said it was your fault.
De manager zei dat het jouw schuld was.
coach, handler, manager {zn.}
oefenmeester [m] (de ~)
coach [m] (de ~)
coach, handler, manager {zn.}
trainer [m] (de ~)
director, manager, managing director {zn.}
bedrijfsleider [m] (de ~)
director, manager, managing director {zn.}
beheerder [m] (de ~)
director, manager, managing director {zn.}
exploitant [m] (de ~)
uitbater [m] (de ~)
director, manager, managing director {zn.}
directeur [m] (de ~)
dirk


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

He isn't actually the manager.

Hij is eigenlijk niet de manager.

They appointed Mr. White as manager.

Ze hebben meneer White als manager aangesteld.

The manager said it was your fault.

De manager zei dat het jouw schuld was.

They appointed Mr White as manager.

Ze hebben meneer White als manager aangesteld.


Gerelateerd aan manager

administrator - conductor - director - leader - marshal - managing director - coach - handlerchief - coach - counsellor - leader - director - owner