Vertaling van may

Inhoud:

Engels
Nederlands
May {zn.}
mei  [m]
bloeimaand [v]
I will arrive on 23rd of May.
Ik kom op 23 mei.
His birthday is May 5th.
Zijn verjaardag is op 5 mei.
to be allowed to, to may {ww.}
mogen

I may
you may
he/she/it may

ik mag
jij mag
hij/zij/het mag
» meer vervoegingen van mogen

They may be poor, but rich in spirit.
Ze mogen dan arm zijn, maar zijn rijk van geest.
to be able to, to may, to be able to {ww.}
kunnen

I may
you may
he/she/it may

ik kan
jij kan
hij/zij/het kan
» meer vervoegingen van kunnen

Mars is a promising place where we may be able to live.
Mars is een veelbelovende plaats waar we misschien kunnen wonen.
Will she be able to finish it today?
Zal ze het vandaag af kunnen krijgen?
may {zn.}
mei [m] (de ~)
meimaand
bloemmaand
bloeimaand [m] (de ~)
In May, all birds lay an egg.
In mei leggen alle vogeltjes een ei.
It happened on the 1st of May.
Dat was op de eerste mei.


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

It may or may not be true.

Het kan waar zijn of niet.

May I introduce myself?

Mag ik mij voorstellen?

You may meet him.

Het zou kunnen dat je hem gaat ontmoeten.

May I touch them?

Mag ik ze aanraken?

It may snow.

Misschien gaat het sneeuwen.

May I drink alcohol?

Mag ik alcohol drinken?

May I leave now?

Mag ik nu gaan?

Of course, you may.

Natuurlijk mag dat.

May I come in?

Kan ik binnenkomen?

May I call later?

Kan ik later terugbellen?

May I go home?

Mag ik naar huis gaan?

May I use this?

Mag ik dit gebruiken?

May I help you?

Kan ik u helpen?

May I say something?

Mag ik iets zeggen?

May I use your phone?

Mag ik jouw telefoon gebruiken?


Gerelateerd aan may

May - be allowed to - be able tocalendar month