Vertaling van might
I might
you might
he/she/it might
ik mocht
jij mocht
hij/zij/het mocht
» meer vervoegingen van mogen
I might
you might
he/she/it might
ik kon
jij kon
hij/zij/het kon
» meer vervoegingen van kunnen
Voorbeelden in zinsverband
You might meet him.
Het zou kunnen dat je hem gaat ontmoeten.
It might prove useful.
Het kan nuttig zijn.
Might I come in?
Mag ik binnenkomen?
It might rain today.
Het regent misschien vandaag.
Well, you might be right.
Nou, je zou gelijk kunnen hebben.
Tomorrow it might be me.
Morgen kan het mij zijn.
We might have frost next week.
Volgende week gaat het misschien vriezen.
You might at least say "thank you."
Je zou tenminste "bedankt" kunnen zeggen.
You might need the calculator now.
Je hebt nu misschien een rekenmachine nodig.
Might I ask you a question?
Mag ik je iets vragen?
He's worried that he might be late.
Hij is bezorgd dat hij misschien te laat komt.
Tom and Mary might break up.
Tom en Mary gaan misschien uit elkaar.
If you like beer, you might like wine.
Als je bier lekker vindt, dan vind je wijn misschien ook lekker.
I have some books that you might like to read.
Ik heb een paar boeken die je misschien graag wil lezen.
I'm afraid that I might make you angry.
Ik ben bang dat ik je boos zou maken.