Vertaling van ornament

Inhoud:

Engels

Nederlands

to adorn, to decorate, to ornament, to bedeck, to embellish {ww.}

versieren
uitdossen
tooien
opsieren
sieren
decoreren

I ornament
you ornament
we ornament

ik versier
jij versiert
wij versieren
» meer vervoegingen van versieren

adornment, decoration, ornament {zn.}

versiersel
tooisel
versiering [v]
sieraad
decoratie [v]

to adorn, to beautify, to decorate, to embellish, to grace, to ornament {ww.}

optuigen
verfraaien
versieren
opsieren
decoreren
tooien
optooien
opsmukken

I ornament
you ornament
we ornament

ik tuig op
jij tuigt op
wij tuigen op
» meer vervoegingen van optuigen

to adorn, to beautify, to decorate, to embellish, to grace, to ornament {ww.}

aankleden

I ornament
you ornament
we ornament

ik kleed aan
jij kleedt aan
wij kleden aan
» meer vervoegingen van aankleden

to adorn, to beautify, to decorate, to embellish, to grace, to ornament {ww.}

opluisteren

I ornament
you ornament
we ornament

ik luister op
jij luistert op
wij luisteren op
» meer vervoegingen van opluisteren

to adorn, to beautify, to decorate, to embellish, to grace, to ornament {ww.}

ornamenteren

I ornament
you ornament
we ornament

ik ornamenteer
jij ornamenteert
wij ornamenteren
» meer vervoegingen van ornamenteren

decoration, ornament, ornamentation {zn.}

versiering [v] (de ~)

decoration, ornament, ornamentation {zn.}

verfraaiing [v] (de ~)
decoratie [v] (de ~)
siersel
paruur
aankleding [v] (de ~)
versiering [v] (de ~)

decoration, ornament, ornamentation {zn.}

versiering [v] (de ~)

decoration, ornament, ornamentation {zn.}

ornament [o] (het ~)

decoration, ornament, ornamentation {zn.}

versiersel [o] (het ~)