Vertaling van single

Inhoud:

Engels
Nederlands
single, unmarried {bn.}
ongehuwd 
ongetrouwd
single, unmarried {bn.}
ongehuwd 
ongetrouwd
single, unmarried {bn.}
ongehuwd 
ongetrouwd
single, single man, unattached man {zn.}
alleenstaande [m]
single, independent, individual, separate {bn.}
afzonderlijk 
alleen 
eenzaam
single, unmarried {bn.}
ongehuwd 
ongetrouwd
single {bn.}
enkel 
diskette, single {zn.}
schijfje
diskette [m]
common, joint, communal, concerted, generic, mutual, single {bn.}
algemeen 
gemeenschappelijk
gezamenlijk
living alone, single {bn.}
alleenstaand
alone, only, sole, solitary, lone, single, unaccompanied {bn.}
alleen 
enig 
louter
verlaten


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

I'm single

Ik ben single (ik ben alleenstaand)

She remained single all her life.

Ze bleef heel haar leven vrijgezel.

I can't afford to waste a single yen.

Ik kan het me niet veroorloven om ook maar één yen te verspillen.

I can't find a single flaw in her theory.

Ik kan geen enkele fout in haar theorie vinden.

His ideas never earned him a single penny.

Zijn ideeën hebben hem nooit een cent opgeleverd.

There's not a single safe place anymore in Japan.

Er bestaat niet één veilige plek meer in Japan.

A single step, and you will fall over the cliff.

Nog één stap en je valt van de klif af.

I can't find a single flaw in his theory.

Ik kan geen enkele fout in zijn theorie vinden.

Never had I seen such evil in a single heart!

Nooit zag ik dergelijk kwaad in één enkel hart!

The Bible is clearly a complex piece of writing, that impossibly could have been written by a single author.

De Bijbel is duidelijk een complex geschrift, dat onmogelijk door één auteur geschreven kan zijn.

He doesn't speak a single word of French, but on the other hand, he speaks English like he was born into it.

Hij kan geen enkel woord Frans, maar anderzijs kan hij wel Engels spreken alsof hij er mee opgegroeid is.