Vertaling van to fizzle

Inhoud:

Engels
Nederlands
to fizzle, to fizzle out, to peter out, to taper off {ww.}
verwateren

I fizzle
you fizzle
we fizzle

ik verwater
jij verwatert
wij verwateren
» meer vervoegingen van verwateren

to fizzle, to fizzle out, to peter out, to taper off {ww.}
verwatering [v] (de ~)
to fizzle, to fizzle out, to peter out, to taper off {ww.}
doodlopen
verzanden

I fizzle
you fizzle
we fizzle

ik loop dood
jij loopt dood
wij lopen dood
» meer vervoegingen van doodlopen

to fizzle, to fizzle out, to peter out, to taper off {ww.}
doodlopen

I fizzle
you fizzle
we fizzle

ik loop dood
jij loopt dood
wij lopen dood
» meer vervoegingen van doodlopen



Gerelateerd aan to fizzle

fizzle - fizzle out - peter out - taper offweaken - decrease - fail - ensue - stretch