Vertaling van watering

Inhoud:

Engels
Nederlands
watering {zn.}
bevloeiing [v]
sproeiing [v]
begieting [v]
watering {zn.}
besproeiing [v]
watering {zn.}
irrigatie [v] (de ~)
bevloeiing [v] (de ~)
to sprinkle, to water, to spatter {ww.}
besproeien 
besprenkelen 
sproeien
sprenkelen
to water {ww.}
wateren 
begieten 
to water {ww.}
besproeien 

I am watering

to irrigate, to water {ww.}
bevloeien
gieten
begieten 
sproeien
besproeien 
wateren 
water geven

I am watering

lachrymation, lacrimation, tearing, watering {zn.}
tranenvloed
lachrymation, lacrimation, tearing, watering {zn.}
tranenvloed
to water {ww.}
wateren
to water {ww.}
moireren
vlammen

I am watering

to water {ww.}
watertanden
lekkerbekken
likkebaarden

I am watering

to irrigate, to water {ww.}
begieten
gieten

I am watering



Gerelateerd aan watering

sprinkle - water - spatter - irrigate - lachrymation - lacrimation - tearingbringing - current - egest - process - hanker - besprinkle