Vertaling van bringing

Inhoud:

Engels
Nederlands
bringing, delivery {zn.}
voorziening
verschaffing
leverantie [v] (de ~)
traditie
levering [v] (de ~)
bringing, delivery {zn.}
bestelling [v] (de ~)
bringing, delivery {zn.}
aflevering [v] (de ~)
bezorging [v] (de ~)
bringing, delivery {zn.}
afgifte
bringing, delivery {zn.}
aanvoer [m] (de ~)
toevoer [m] (de ~)
to bring, to fetch {ww.}
brengen 
aanbrengen 
bezorgen 
aandragen 
Wars bring scars.
Oorlogen brengen littekens.
I'll bring one more towel.
Ik zal nog een handdoek brengen.
to bring, to convey, to supply {ww.}
toevoeren
aanvoeren
to bring {ww.}
binnenlaten
binnenhalen
to fetch, to get, to pick up, to bring {ww.}
halen
gaan halen

I am bringing

to conduct, to guide, to lead, to channel, to wage, to bring, to drive {ww.}
besturen 
brengen 
leiden
geleiden
voeren 

I am bringing

to send for, to get, to bring, to fetch {ww.}
betrekken 
halen
laten komen
ontbieden

I am bringing



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

Who are you bringing to the play?

Wie neem je mee naar het toneelstuk?

In Thailand, bringing up the children isn't the father's responsibility; it's entirely up to the mother.

In Thailand is de opvoeding van de kinderen niet de verantwoordelijkheid van de vader; het is geheel aan de moeder.

It seemed the quarrel would finally be talked out, when Mark added fuel to the fire by bringing up the question of who was guilty.

Het leek erop dat de ruzie eindelijk uitgepraat zou worden, toen Mark olie op het vuur gooide door te beginnen over de vraag wie de schuldige was.


Gerelateerd aan bringing

delivery - bring - fetch - convey - supply - get - pick up - conduct - guide - lead - channel - wage - drive - send forchange - bringing - conveyance