Vertaling van wrong

Inhoud:

Engels
Nederlands
wrong, fallacious, false, illegitimate, incorrect, unsound {bn.}
ongegrond 
ongelijk hebbend
wrong {zn.}
onjuistheid [v]
to insult, to offend, to hurt, to wrong, to aggrieve, to affront, to miscall {ww.}
uitschelden
verongelijken
grieven
krenken
beledigen 

I wrong
you wrong
we wrong

ik scheld uit
jij scheldt uit
wij schelden uit
» meer vervoegingen van uitschelden

erroneous, mistaken, wrong {bn.}
fout 
foutief
onjuist
verkeerd
unjust, unfair, iniquitous, wrongful, wrong {bn.}
onrechtvaardig
onredelijk
incorrect, wrong {bn.}
fout 
mis
onjuist
verkeerd
bad, miserable, nasty, poor, evil, wrong {bn.}
beroerd
kwaad 
kwalijk
slecht 
verkeerd
wrongdoing, injustice, wrong {zn.}
onrecht
onbillijkheid [v]
They did me a great wrong.
Ze hebben mij groot onrecht aangedaan.


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

Wrong.

Fout.

You're wrong.

Je hebt het mis.

I think you're wrong.

Ik denk dat je het fout hebt.

Am I wrong?

Heb ik het mis?

He did nothing wrong.

Hij heeft geen fout gemaakt.

Was I wrong?

Had ik ongelijk?

This sentence isn't wrong.

Deze zin is niet verkeerd.

Sorry, something went wrong.

Sorry, er ging iets mis.

What's wrong with it?

Wat is er mis mee?

I was wrong.

Ik heb een fout gemaakt.

She was at the wrong place at the wrong time.

Ze was op de verkeerde plek op het verkeerde moment.

You're going the wrong way.

Ge zijt op de verkeerde weg.

What if something goes wrong?

Wat als er iets fout gaat?

What could possibly go wrong?

Wat kan er nou misgaan?

What he did wasn't wrong.

Wat hij deed was niet fout.