Vertaling van anciano

Inhoud:

Spaans
Nederlands
anciano, viejo {bn.}
bejaard 
oud 


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

El anciano parecía sabio.

De oude man zag er wijs uit.

Él es anciano.

Hij is oud.

Soy un anciano.

Ik ben een oude man.

El anciano parece triste.

De oude ziet er triestig uit.

El anciano atrapó un pez grande.

De oude heeft een grote vis gevangen.

El anciano era querido por todos.

De man werd geliefd door iedereen.

El anciano se cayó al suelo.

De oude man viel op de grond.

El anciano atrapó un pez grande.

De oude heeft een grote vis gevangen.

El anciano murió la semana pasada.

De oude man is vorige week overleden.

El anciano intentó nadar cinco kilómetros.

De oude man probeerde vijf kilometer te zwemmen.

El anciano vive de su pensión.

De oude man leeft van zijn pensioen.

Tom es solo un loco anciano.

Tom is gewoon een gekke oude man.

El anciano fue atropellado y fue llevado inmediatamente al hospital.

De oude man werd overreden en onmiddellijk naar het ziekenhuis gebracht.

El anciano les contó una divertida historia a los niños.

De oude man vertelde de kinderen een amusant verhaal.

Fue muy cortez de él ofrecer su asiento al anciano.

Het was beleefd van hem om zijn plek aan de oude man te geven.


Gerelateerd aan anciano

viejo