Vertaling van viejo

Inhoud:

Spaans
Nederlands
viejo {bn.}
bejaard 
oud 
viejo {bn.}
oud 
anciano, viejo {bn.}
bejaard 
oud 


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Es un viejo piano.

Het is een oude piano.

Se está haciendo viejo.

Hij wordt oud.

Tengo un coche viejo.

Ik heb een oude auto.

¿El coche parecía viejo?

Zag de auto er oud uit?

Él era muy viejo.

Hij was heel oud.

Es mi viejo amigo.

Hij is een oude vriend van mij.

El hombre viejo vive solo.

De oude man leeft alleen.

Me invitó un viejo amigo.

Ik werd door een oude vriend uitgenodigd.

El sombrero marrón es viejo.

De bruine hoed is oud.

Puede que sea demasiado viejo.

Misschien ben ik te oud.

El hombre viejo vive solo.

De oude man leeft alleen.

El Viejo Pascuero es Chino.

De kerstman is Chinees.

El viejo reloj aún sigue en uso.

Het oude uurwerk is nog in gebruik.

Nunca se es demasiado viejo para aprender.

Niemand is te oud om te leren.

Él es un viejo amigo mío.

Hij is een oude vriend van mij.


Gerelateerd aan viejo

anciano