Vertaling van anexo

Inhoud:

Spaans
Nederlands
apéndice [m] (el ~), anexo [m] (el ~), suplemento [m] (el ~) {zn.}
supplement 
toeslag 
toevoeging  [v]
bijlage  [v]
appendix [o]
aanhangsel  [o]
adyacente, contiguo, vecino, anexo {bn.}
aangrenzend 
aanliggend
annex
adjunto, anexo {bn.}
bijgaand 
ingesloten
anexar, anexionar {ww.}
annexeren 

yo anexo
él/ella anexó

ik annexeer
hij/zij/het annexeerde
» meer vervoegingen van annexeren



Gerelateerd aan anexo

apéndice - suplemento - adyacente - contiguo - vecino - adjunto - anexar - anexionar