Vertaling van antes

Inhoud:

Spaans
Nederlands
al principio, antes, en primer lugar, primeramente, primero {bw.}
eerst 
allereerst
ten eerste
vooreerst


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Debiste habérmelo dicho antes.

Je had het me eerder moeten laten weten.

Péinate antes de salir.

Kam uw haar voordat ge buiten gaat.

He visto esta película antes.

Ik heb de film al eens gezien.

¿No nos hemos visto antes?

Hebben wij elkaar niet al eerder ontmoet?

Cuanto antes lo hagas, mejor.

Hoe sneller je het doet, hoe beter het is.

Me duché antes del desayuno.

Ik heb me voor het ontbijt gedoucht.

¿Por qué no viniste antes?

Waarom kwam je niet vroeger?

Tengo que afeitarme antes de salir.

Ik moet mij scheren voor mijn vertrek.

¿Hay vida antes de la muerte?

Bestaat er leven voor de dood?

Yo nunca había visto algo así antes.

Zoiets heb ik nog nooit gezien.

Siempre deberías pensar antes de hablar.

Ge moet altijd nadenken alvorens te spreken.

Lávese las manos antes de comer.

Was je handen voor het eten.

No le había visto nunca antes.

Ik had hem nog nooit tevoren gezien.

Ella volverá antes de una semana.

Ze is binnen een week terug.

Ella cometió el mismo error que antes.

Ze maakte dezelfde fout als voorheen.


Gerelateerd aan antes

al principio - en primer lugar - primeramente - primero