Vertaling van primero

Inhoud:

Spaans
Nederlands
primero {rangtl.}
eerste
al principio, antes, en primer lugar, primeramente, primero {bw.}
eerst 
allereerst
ten eerste
vooreerst


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Usted primero.

Gij eerst.

¡Mujeres y niños primero!

Vrouwen en kinderen eerst!

El primero que llega, el primero que se sirve.

Die het eerst komt, die het eerst maalt.

¿Adónde te gustaría ir primero?

Waar zou je als eerste heen willen?

Primero, averigua su nombre y dirección.

Ontdek eerst zijn naam en adres.

Hay alguien con quien deseo hablar primero.

Er is iemand met wie ik eerst wil praten.

Eso sucedió el primero de mayo.

Dat was op de eerste mei.

Primero vamos a determinar la causa del desastre.

We zullen eerst de oorzaak van de ramp vaststellen.

Él se quitó los zapatos a patadas sin desatarlos primero.

Hij schopte zijn schoenen uit zonder eerst de veters los te maken.

John primero se puso su abrigo, y luego cogió su sombrero.

Eerst trok John zijn jas aan, en toen pakte hij zijn hoed.

- ¡Usted tiene un gusto caro! -exclamó la dependienta- ¿Está seguro de que no quiere mirar nuestras versiones más baratas primero?

"U heeft een dure smaak!" riep de verkoopster uit. "Weet u zeker dat u niet eerst onze goedkopere varianten wilt doorkijken?"


Gerelateerd aan primero

al principio - antes - en primer lugar - primeramente