Vertaling van cálculo
						Inhoud:
						
Spaans
Nederlands
yo calculo
él/ella calculó
ik reken
hij/zij/het rekende
			 					» meer vervoegingen van rekenen
		 					
yo calculo
él/ella calculó
ik tel
hij/zij/het telde
			 					» meer vervoegingen van tellen
		 					
Podéis contar con él.
									Op hem kan je rekenen.
								  Tú podías contar hasta diez cuando tenías dos años.
									Wanneer je twee jaar oud was kon je al tot tien tellen.