Vertaling van cargar

Inhoud:

Spaans
Nederlands
cargar, recoger velas {ww.}
opgeien
geien
cargar, llevar {ww.}
in rekening brengen
berekenen 
cargar, carga, embarque, armamento {ww.}
inladen
beladen 
belasten 
laden 
cargar {ww.}
laden 
asaltar, atracar, cargar {ww.}
bestormen 
fastidiar, cansar, cargar, hartar {ww.}
vervelen 
tegenstaan
vermoeien
ergeren


Gerelateerd aan cargar

synoniemen

recoger velas - llevar - carga - embarque - armamento - asaltar - atracar - fastidiar - cansar - hartar