Vertaling van compra

Inhoud:

Spaans
Nederlands
compra [v] (la ~) {zn.}
koop
inkoop
aankoop  [m]
Compra el vestido que quieras.
Koop de jurk de je wilt.
adquisición [v] (la ~), compra [v] (la ~), ganancia [v] (la ~) {zn.}
prooi 
verwerving [v]
verkrijging [v]
buit [m]
acquisitie [v] (de ~)
aanwinst  [v]
adquisición [v] (la ~), compra [v] (la ~) {zn.}
koop
aankoop  [m]
overname
inkoop
afname [v]
aanschaf [m]
Ahorrar su dinero para la adquisición de una casa.
Ze sparen hun geld voor de aankoop van een huis.
comprar, procurarse {ww.}
kopen 
overnemen 
aanschaffen 
inkopen
aankopen
afnemen 

él/ella compra

hij/zij/het koopt
» meer vervoegingen van kopen

Quiero comprar.
Ik wil kopen.
Quería comprar aspirina.
Ik wil aspirine kopen.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Él compra ropa.

Hij koopt kleding.

Compra el vestido que quieras.

Koop de jurk de je wilt.

El niño compra un perro.

De jongen koopt een hond.

El dinero no compra la felicidad.

Geld maakt niet gelukkig.


Gerelateerd aan compra

adquisición - ganancia - comprar - procurarse