Vertaling van ganancia

Inhoud:

Spaans
Nederlands
adquisición [v] (la ~), compra [v] (la ~), ganancia [v] (la ~) {zn.}
prooi 
verwerving [v]
verkrijging [v]
buit [m]
acquisitie [v] (de ~)
aanwinst  [v]
adquisición [v] (la ~), ganancia [v] (la ~) {zn.}
prooi 
buit [m]
acquest
aanwinst  [v]
provecho [m] (el ~), ganancia [v] (la ~) {zn.}
voordeel
winst 
profijt
gewin
belang  [o]
baat  [v]
Siempre saca provecho de los errores cometidos por sus rivales.
Hij haalt altijd voordeel uit de gemaakte fouten van zijn tegenstanders.


Gerelateerd aan ganancia

adquisición - compra - provecho