Vertaling van encanto

Inhoud:

Spaans
Nederlands
encanto [m] (el ~), gracia [v] (la ~) {zn.}
bekoring  [v]
charme  [m]
bekoorlijkheid [v]
embelesar, encantar {ww.}
charmeren 
bekoren 

yo encanto
él/ella encantó

ik charmeer
hij/zij/het charmeerde
» meer vervoegingen van charmeren



Gerelateerd aan encanto

gracia - embelesar - encantar