Vertaling van equipo

Inhoud:

Spaans
Nederlands
equipo [m] (el ~) {zn.}
voetbalelftal
team, equipo [m] (el ~) {zn.}
team 
ploeg 
equipe [v]
¿Cuál equipo ganará?
Welk team zal winnen?
¿En qué equipo juegas?
Voor welk team speel je?
destacamento [m] (el ~), equipo [m] (el ~) {zn.}
team 
detachement [o]
afdeling  [v]
George es el capitán de nuestro equipo.
George is onze team aanvoerder.
Espero que gane nuestro equipo.
Ik hoop dat ons team wint.
equipar {ww.}
uitrusten
toerusten

yo equipo
él/ella equipó

ik rust uit
hij/zij/het rustte uit
» meer vervoegingen van uitrusten



Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

¿Cuál equipo ganará?

Welk team zal winnen?

¿En qué equipo juegas?

Voor welk team speel je?

Espero que gane nuestro equipo.

Ik hoop dat ons team wint.

Nuestro equipo ganó el juego.

Ons team heeft de wedstrijd gewonnen.

¿Qué equipo ganó el juego?

Welk team heeft de wedstrijd gewonnen?

Nuestro equipo de béisbol es muy fuerte.

Onze honkbalploeg is erg sterk.

Soy miembro del equipo de baloncesto.

Ik ben lid van het basketbalteam.

Desearía que él estuviera en nuestro equipo.

Ik zou me wensen, dat hij in onze team zou zijn.

Tom es el mejor jugador del equipo.

Tom is de beste speler van het team.

Eric está en nuestro equipo de fútbol.

Eric speelt in onze voetbalploeg.

Tal como predijo Max, nuestro equipo perdió.

Juist zoals Max het voorspeld had heeft onze team verloren.

George es el capitán de nuestro equipo.

George is onze team aanvoerder.

No importa que equipo gane el partido.

Het maakt niet uit welk team de wedstrijd wint.

Si yo fuera un chico, podría apuntarme al equipo de béisbol.

Als ik een jongen was zou ik op honkbal kunnen gaan.

Yo tenía cerca de diez años cuando mis padres me regalaron un equipo de química para Navidad.

Ik was bijna tien toen mijn ouders mij een wetenschapsset cadeau deden voor Kerstmis.


Gerelateerd aan equipo

team - destacamento - equipar