Vertaling van estafa

Inhoud:

Spaans
Nederlands
estafa [v] (la ~) {zn.}
zwendel
flessentrekkerij [v]
geknoei [o]
fraude [v]
estafar, sisar {ww.}
oplichten

él/ella estafa

hij/zij/het licht op
» meer vervoegingen van oplichten

defraudar, estafar {ww.}
knoeien
zwendelen
frauderen

él/ella estafa

hij/zij/het knoeit
» meer vervoegingen van knoeien

estafar {ww.}
snijden 
afzetten 

él/ella estafa

hij/zij/het snijdt
» meer vervoegingen van snijden



Gerelateerd aan estafa

estafar - sisar - defraudar