Vertaling van fotografía

Inhoud:

Spaans
Nederlands
fotografía [v] (la ~) {zn.}
fotografie  [v]
foto [v] (la ~), fotografía [v] (la ~) {zn.}
foto  [v]
opname
kiekje [o]
kiek [m]
¿Quién hizo la foto?
Wie nam de foto?
Me encanta esta foto.
Ik houd van deze foto.
fotografiar {ww.}
kieken
fotograferen 

él/ella fotografía

hij/zij/het kiekt
» meer vervoegingen van kieken



Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Tomé una fotografía de ella.

Ik heb een foto van haar gemaakt.

Ella le mostró mi fotografía.

Ze liet hem mijn foto zien.

Esta fotografía siempre me recuerda a mi padre.

Deze foto herinnert mij altijd aan mijn vader.

La persona en la izquierda arruina el balance de la fotografía.

De persoon aan de linkerzijde verstoort het evenwicht in het beeld.


Gerelateerd aan fotografía

foto - fotografiar