Vertaling van la boca
Inhoud:
Spaans
Nederlands
Voorbeelden in zinsverband
Spaans
Nederlands
¡Abre la boca!
Doe je mond open.
No hables con la boca llena.
Spreek niet met volle mond.
El perro tenía un pedazo de carne en la boca.
De hond had een stuk vlees in zijn bek.
Te entra más por los ojos que por la boca.
Zijn ogen zijn groter dan zijn maag.
La papa estaba tan caliente que me quemé la boca.
De aardappel was zo heet dat het mijn mond verbrandde.
—Estoy bebiendo Fanta y diciéndoles a los novatos que cierren la boca —respondió Al-Sayib, tomando un sorbo de la susodicha Fanta—. Espera, ¿quién es?
"Fanta drinken en noobs vertellen dat ze hun kop moeten houden," antwoordde Al-Sayib, terwijl hij een slokje van de eerdergenoemde Fanta nam. "Wacht even, met wie spreek ik?"