Vertaling van plancha

Inhoud:

Spaans

Nederlands

plancha [v] (la ~) {zn.}

strijkbout [m]
strijkijzer [o]
bout [m]

plancha [v] (la ~), placa [v] (la ~) {zn.}

plak
tablet [o]
plaat

pasarela, plancha, embarcadero {zn.}

loopplank [v]

tabla [v] (la ~), tablero [m] (el ~), plancha [v] (la ~) {zn.}

plank [v]
tablet [o]
bord [o]

planchar {ww.}

gladstrijken
strijken

él/ella plancha

hij/zij/het strijkt glad
» meer vervoegingen van gladstrijken

planchar {ww.}

strijken
persen

él/ella plancha

hij/zij/het strijkt
» meer vervoegingen van strijken

planchar {ww.}

opstrijken
oppersen

él/ella plancha

hij/zij/het strijkt op
» meer vervoegingen van opstrijken