Vertaling van producir

Inhoud:

Spaans
Nederlands
producir {ww.}
voortbrengen
opbrengen
opleveren
afwerpen
causar, instigar, maquinar, ocasionar, producir, dar lugar a {ww.}
veroorzaken
teweegbrengen
aanrichten 
stichten 
aandoen


Gerelateerd aan producir

causar - instigar - maquinar - ocasionar - dar lugar a