Vertaling van punto

Inhoud:

Spaans
Nederlands
punto [m] (el ~) {zn.}
punt 
stip
spikkel
oog  [o]
Están a punto de irse.
Ze staan op het punt weg te gaan.
Estoy a punto de salir.
Ik sta op het punt uit te gaan.
punto [m] (el ~), tanto {zn.}
punt 
Yo estuve de acuerdo con él sobre ese punto.
Ik was het op dat punt met hem eens.


Voorbeelden in zinsverband

Spaans
Nederlands

Está a punto de llover.

Het gaat regenen.

Están a punto de irse.

Ze staan op het punt weg te gaan.

Estoy a punto de salir.

Ik sta op het punt uit te gaan.

Las vacaciones están a punto de terminar.

De vakantie is bijna om.

Son casi las seis en punto.

Het is bijna zes uur.

Mi día termina a las cinco en punto.

Mijn dag eindigt om vijf uur.

En mi personal punto de vista, su opinión es correcta.

Volgens mij heeft hij gelijk.

Yo estuve de acuerdo con él sobre ese punto.

Ik was het op dat punt met hem eens.

Estaba a punto de escribir una carta cuando llegó a casa.

Ik wilde net een brief schrijven, toen hij thuis kwam.

Estás viviendo un sueño, y el sueño está a punto de terminar.

Je beleeft een droom, en de droom eindigt bijna.

Las clases empiezan a las nueve en punto todos los días.

De lessen beginnen elke dag om negen uur.

Resulta imposible diferenciar desde un punto de vista bioquímico entre una neurosis obsesiva y un intenso amor.

Het lijkt onmogelijk te zijn om een obsessieve neurose van een intense liefde te onderscheiden vanuit een biochemisch perspectief.

Desearía poder preocuparme más de mis notas pero parece que, en cierto punto de mi vida, decidí que ya no sería tan importante.

Ik zou willen dat mijn cijfers me meer konden schelen, maar het lijkt erop dat ik op een gegeven moment in mijn leven besloten heb dat die niet zo belangrijk meer zouden zijn.


Gerelateerd aan punto

tanto