Vertaling van augmenter

Inhoud:

Frans
Nederlands
augmenter {ww.}
opslag geven
meer gaan betalen
augmenter, redoubler {ww.}
toenemen
aangroeien 
stijgen
groeien 
augmenter {ww.}
vermeerderen 
ophogen
vergroten
augmenter, croître, grandir, s'accroître {ww.}
aanwassen
wassen 
groeien 
toenemen
gedijen
accroître, augmenter, grossir, s'accoître {ww.}
aangroeien 
toenemen
groeien 
accroître, agrandir, amplifier, augmenter, étendre {ww.}
uitbreiden 
vergroten
uitbouwen


Gerelateerd aan augmenter

redoubler - croître - grandir - s'accroître - accroître - grossir - s'accoître - agrandir - amplifier - étendre