Vertaling van différer

Inhoud:

Frans
Nederlands
différer {ww.}
verschillen
différer, être différent {ww.}
uiteenlopen
verschillen
schelen
différer {ww.}
verschillen
différer {ww.}
verschillen
différer, varier {ww.}
variëren
werken 
afwisselen 
ajourner, différer, reculer, renvoyer, retarder, suspendre {ww.}
verschuiven
uitstellen
verdagen
aanhouden 


Gerelateerd aan différer

être différent - varier - ajourner - reculer - renvoyer - retarder - suspendre