Vertaling van eux

Inhoud:

Frans
Nederlands
elles, ils, eux {pers. vnw.}
ze
zij 


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

Il a été très gentil envers eux.

Hij was zeer lief voor hen.

Ce sont eux qui ont planté ces arbres.

Deze bomen zijn door hen geplant.

Ils sont trop occupés à se battre entre eux pour s'occuper d'idéaux communs.

Ze zijn er te druk mee elkaar te bevechten om zich om gemeenschappelijke idealen te bekommeren.

La gravité est la force naturelle par laquelle les objets sont attirés entre eux.

Zwaartekracht is een natuurkracht, waardoor dingen elkaar aantrekken.

Après ça, je pars, mais je me rends compte que j'ai oublié mon sac chez eux.

Daarna vertrek ik, maar dan realiseer ik me dat ik m'n rugzak bij hen thuis heb laten liggen.

Chacun peut faire la différence dans sa propre vie et ainsi faire collectivement du monde un endroit meilleur, pour eux et pour les autres autour d'eux.

Iedereen kan een verschil maken in zijn eigen leven en daarmee gezamenlijk de wereld een betere plaats maken voor zichzelf en anderen om zich heen.


Gerelateerd aan eux

elles - ils