Vertaling van intervenir

Inhoud:

Frans
Nederlands
intervenir {ww.}
interveniëren
tussenbeide komen
ingrijpen
intervenir {ww.}
een gesprek voeren
converseren
intervenir {ww.}
zich mengen
arriver, avoir lieu, intervenir {ww.}
gebeuren
vóórkomen
voorvallen
voorkomen
geschieden
aan de hand zijn
Tu devines probablement ce qui va arriver.
Je kunt waarschijnlijk wel raden wat er gaat gebeuren.
Réfléchissons au pire qui pourrait arriver.
Laten we eens kijken wat er kan gebeuren in het ergste geval.


Gerelateerd aan intervenir

arriver - avoir lieu