Vertaling van joint

Inhoud:

Frans
Nederlands
joint [m] (le ~) {zn.}
voeg
naad
ajouter, joindre, adjoindre {ww.}
toevoegen 
toegeven 
bijmengen
bijvoegen 
bijdoen

il/elle joint

hij/zij/het voegt toe
» meer vervoegingen van toevoegen

Peut-être que je devrais aussi ajouter des phrases sans traduction ? C'est une façon très rapide d'améliorer la popularité de sa langue.
Misschien moet ik ook maar eens wat zinnen zonder vertaling toevoegen. Zo kun je heel snel de rating van je taal verbeteren.
joindre, accoupler {ww.}
verenigen
bijeenbrengen 
samenbrengen
aaneenvoegen

il/elle joint

hij/zij/het verenigt
» meer vervoegingen van verenigen

associer, joindre, relier, réunir {ww.}
samenbinden
verbinden 
bijeenbinden

il/elle joint

hij/zij/het bindt samen
» meer vervoegingen van samenbinden

joindre, régler, ajuster {ww.}
instellen 
passend maken
verstellen
afstellen

il/elle joint

hij/zij/het stelt in
» meer vervoegingen van instellen

assembler, joindre {ww.}
ineenzetten
samenstellen 
bijeenvoegen

il/elle joint

hij/zij/het zet ineen
» meer vervoegingen van ineenzetten

enchaîner, joindre {ww.}
aaneenschakelen 

il/elle joint

hij/zij/het schakelt aaneen
» meer vervoegingen van aaneenschakelen



Gerelateerd aan joint

ajouter - joindre - adjoindre - accoupler - associer - relier - réunir - régler - ajuster - assembler - enchaîner