Vertaling van méchant

Inhoud:

Frans
Nederlands
méchant, perfide {bn.}
boosaardig
hatelijk 
kwaadaardig
snood
te kwader trouw
vals 
cruel, méchant, atroce {bn.}
wreed
wreedaardig
barbaars 
gruwzaam
hardvochtig
mal, mauvais, méchant {bn.}
beroerd
kwaad 
kwalijk
slecht 
verkeerd


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

C’était un méchant lapin.

Dat was een slecht konijn.

Il est méchant.

Hij is vies.

Ton chien est-il méchant ?

Is jouw hond gemeen?

Son frère était méchant avec moi.

Zijn broer deed gemeen tegen me.

Le méchant garçon se perdit et regarda autour de lui.

Het stoute jongetje verdwaalde en keek om zich heen.


Gerelateerd aan méchant

perfide - cruel - atroce - mal - mauvais