Vertaling van permis

Inhoud:

Frans
Nederlands
autorisation [v] (l' ~), licence [v] (la ~), permis [m] (le ~), permission [v] (la ~) {zn.}
toestemming [v]
verlof 
vergunning [v]
permissie [v]
Les pirates informatiques s'introduisent dans les ordinateurs sans autorisation.
Hackers breken zonder toestemming in computers in.
permettre {ww.}
veroorloven
vergunnen
toelaten
toestaan 
gedogen
Je ne peux me permettre de gaspiller le moindre yen.
Ik kan het me niet veroorloven om ook maar één yen te verspillen.
Je ne peux pas me permettre de manger dans un restaurant aussi cher.
Ik kan het mij niet veroorloven om in zo'n duur restaurant te eten.


Voorbeelden in zinsverband

Frans
Nederlands

As-tu le permis ?

Heeft u een rijbewijs?

Il est permis de fumer.

Roken is toegestaan.

Elle n'a pas de permis de conduire.

Ze heeft geen rijbewijs.

Ici, il n'est pas permis d'être silencieux.

Hier mag je niet stil zijn.

Mon permis de conduire expire à la fin de ce mois-ci.

Mijn rijbewijs verloopt eind deze maand.


Gerelateerd aan permis

autorisation - licence - permission - permettre