Vertaling van af

Inhoud:

Nederlands
Deens
af, afgelopen, gereed, klaar {bn.}
færdig


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Deens

Ze wees mijn verzoek af.

Hun afviste mit forslag.

Waarom wees je zijn aanbod af?

Hvorfor tog du ikke imod hans tilbud?

"Wanneer kom je terug?" "Dat hangt helemaal van het weer af."

"Hvornår er du tilbage?" "Det afhænger af vejret."


Gerelateerd aan af

afgelopen - gereed - klaar