Vertaling van beduiden
Inhoud:
Nederlands
Deens
beduiden, toelichten, uiteenzetten, uitleggen, verklaren {ww.}
forklare
beduiden, voorspellen, voorzeggen, waarzeggen {ww.}
forudsige
beduiden, duidelijk maken, uitleggen, verhelderen, verklaren {ww.}
forklare
beduiden, betekenen, staan voor {ww.}
betyde