Vertaling van verklaren
Inhoud:
Nederlands
Deens
aangeven, betuigen, declareren, verklaren {ww.}
erklære
beduiden, toelichten, uiteenzetten, uitleggen, verklaren {ww.}
forklare
beduiden, duidelijk maken, uitleggen, verhelderen, verklaren {ww.}
forklare