Vertaling van duw

Inhoud:

Nederlands
Deens
douw [m], drang [m], duw [m], stoot, por, zet {zn.}
stød [o]
douwen, dringen, duwen, stoten {ww.}
støde


Gerelateerd aan duw

douw - drang - stoot - por - zet - douwen - dringen - duwen - stoten