Vertaling van eis

Inhoud:

Nederlands
Deens
eis [m], vordering [v] {zn.}
krav [o]
eisen, opeisen, rekenen, vereisen, vergen, voorschrijven, vorderen {ww.}
fordre


Gerelateerd aan eis

vordering - eisen - opeisen - rekenen - vereisen - vergen - voorschrijven - vorderen