Vertaling van emplooi
Inhoud:
Nederlands
Deens
bezigheid , emplooi {zn.}
beskæftigelse
arbeid , emplooi , werk , karwei {zn.}
arbejde
Ik ga met de fiets naar het werk.
Jeg tager cyklen til arbejde.
Ik ga iedere dag naar het werk.
Jeg går på arbejde hver dag.