Vertaling van gehuwd

Inhoud:

Nederlands
Deens
gehuwd, getrouwd {bn.}
gift
gehuwd, getrouwd {bn.}
gift
huwen, trouwen met, de vrouw worden van {ww.}
gifte sig med
huwen, trouwen met, de man worden van {ww.}
gifte sig med


Gerelateerd aan gehuwd

getrouwd - huwen - trouwen met - de vrouw worden van - de man worden van