Vertaling van geloven

Inhoud:

Nederlands
Deens
geloven, houden voor, menen {ww.}
tro
Ik kan niet geloven dat ik ben dat vergeten.
Jeg kan ikke tro at jeg har glemt det.
achten, geloven, van mening zijn, vinden {ww.}
synes
mene


Gerelateerd aan geloven

houden voor - menen - achten - van mening zijn - vinden