Vertaling van goedkeuren
Inhoud:
Nederlands
Deens
bijval , fiat , goedkeuring , instemming, goedkeuren {zn.}
bifald
fiatteren, goedvinden, sanctioneren, goedkeuren, het eens zijn, overeenstemmen, samengaan, accorderen, stroken, bijeenpassen, rijmen, kloppen {ww.}
stemme overens
beamen, billijken, goedkeuren, toestemmen {ww.}
godkende