Vertaling van hoe gaat het?

Inhoud:

Nederlands
Deens
hoe gaat het?, hoe maakt u het?, hoe gaat het ermee?
hvordan har De det?
binnengaan, binnenlopen, ingaan {ww.}
indtaste
aangaan, betreffen, gelden, raken {ww.}
angå
afgaan, vertrekken, weggaan, zich verwijderen {ww.}
rejse bort
afrejse
go ud
afgå
aangaan, formeren, vormen {ww.}
danne
doodgaan, overlijden, sterven, verscheiden, versmachten {ww.}
De hond is aan het sterven.
Hunden er ved at .
Ik wil met Getter Jaani sterven.
Jeg ønsker at med Getter Jaani.
afgaan, bezoeken, opzoeken {ww.}
besøge
Hij gaat de stad nooit meer bezoeken.
Han vil aldrig besøge byen igen.
doorgaan, verder gaan met, vervolgen, voortgaan, voortzetten {ww.}
fortsætte
afleggen, aflopen, doorgaan, gaan door {ww.}
gennemse


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Deens

Hoe gaat het?

Hvordan går det?

En met jou, hoe gaat het met jou?

Og du, hvordan har du det?