Vertaling van plaats

Inhoud:

Nederlands
Deens
erf [o], binnenplaats [v], hof [o], plaats [v] {zn.}
gårdsplads
dorp [o], plaats [v] {zn.}
landsby
stad [v], plaats [v] {zn.}
by
Wat een prachtige stad!
Sikke en flot by!
New York is de grootste stad van de wereld.
New York er den største by i verden.
lokaal, plaats [v], plek, oord {zn.}
sted [o]
plads
Waar is de mooiste plaats op aarde?
Hvor er det smukkeste sted i verden?
"Dit gesprek heeft nooit plaats gevonden." - "Welk gesprek?"
"Denne samtale har aldrig fundet sted." - "Hvilken samtale?"
lokaliteit [v], oord, plaats [v], ruimte, zetel [m] {zn.}
sted [o]
plads
ambt [o], baan [v], betrekking [v], werkkring [m], plaats [v], functie {zn.}
embede [o]
leggen, steken, plaatsen, stellen, stoppen, zetten, doen {ww.}
stille
sætte
lægge
Mag ik een vraag stellen?
Må jeg stille et spørgsmål?


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Deens

Waar is de mooiste plaats op aarde?

Hvor er det smukkeste sted i verden?

"Dit gesprek heeft nooit plaats gevonden." - "Welk gesprek?"

"Denne samtale har aldrig fundet sted." - "Hvilken samtale?"

Omdat ze vegetariër is at ze tofu in de plaats van kalkoen.

Hun er vegetar, så hun spiste tofu i stedet for kalkun.


Gerelateerd aan plaats

erf - binnenplaats - hof - dorp - stad - lokaal - plek - oord - lokaliteit - ruimte - zetel - ambt - baan - betrekking - werkkring