Vertaling van baan

Inhoud:

Nederlands
Deens
baan [v], gang [m], overloop, rijstrook {zn.}
korridor
gang
baan [v], breedte [v] {zn.}
bredde
baan [v], route [v], weg [m] {zn.}
vej
Waar een wil is, is een weg.
Hvor der er en vilje, er der en vej.
ambt [o], baan [v], betrekking [v], werkkring [m], plaats [v], functie {zn.}
embede [o]


Gerelateerd aan baan

gang - overloop - rijstrook - breedte - route - weg - ambt - betrekking - werkkring - plaats - functie