Vertaling van schraag

Inhoud:

Nederlands
Deens
bank [v], bok [m], ezel [m], stellage [v], rek, schraag, stander, werkbank {zn.}
bænk
We zaten op een bank in het park.
Vi sad på en bænk i parken.
instemmen, accorderen, bijvallen, schragen, aansluiten, onderschrijven, ondersteunen, het eens zijn, overeenstemmen, samengaan, stroken, bijeenpassen, rijmen, kloppen {ww.}
stemme overens
schragen, steunen, stutten, ondersteunen {ww.}
støtte