Vertaling van verzekerd

Inhoud:

Nederlands
Deens
gewis, stellig, zeker, vast, vaststaand, verzekerd, wis {bn.}
sikker
betuigen, verzekeren {ww.}
forsikre
beweren, verzekeren, garanderen {ww.}
påstå
hævde


Gerelateerd aan verzekerd

gewis - stellig - zeker - vast - vaststaand - wis - betuigen - verzekeren - beweren - garanderen