Vertaling van aangeven

Inhoud:

Nederlands
Duits
aangeven, betuigen, declareren, verklaren {ww.}
verzollen
ansagen
verkünden
anzeigen
melden
erklären
deklarieren

ik zal aangeven
jij zult aangeven
hij/zij/het zal aangeven

ich werde verzollen
du wirst verzollen
er/sie/es wird verzollen
» meer vervoegingen van verzollen

aangeven, aanreiken, doorbrengen, verdrijven {ww.}
zubringen
herreichen
verbringen
überreichen

ik zal aangeven
jij zult aangeven
hij/zij/het zal aangeven

ich werde zubringen
du wirst zubringen
er/sie/es wird zubringen
» meer vervoegingen van zubringen

aangeven, aanreiken, afdragen, overbrengen, overgeven, toereiken {ww.}
übergeben
überreichen
überliefern
herreichen
einhändigen
aushändigen
angeben

ik zal aangeven
jij zult aangeven
hij/zij/het zal aangeven

ich werde einhändigen
du wirst einhändigen
er/sie/es wird einhändigen
» meer vervoegingen van einhändigen

aanbrengen, aangeven, klikken, verklikken {ww.}
eine Anzeige wegen ... machen
anschwärzen
hinterbringen
denunzieren
anzeigen
angeben

ik zal aangeven
jij zult aangeven
hij/zij/het zal aangeven

ich werde anschwärzen
du wirst anschwärzen
er/sie/es wird anschwärzen
» meer vervoegingen van anschwärzen

aanduiden, aangeven, aanwijzen, uitduiden, wijzen {ww.}
zeigen
weisen
anweisen
andeuten

ik zal aangeven
jij zult aangeven
hij/zij/het zal aangeven

ich werde zeigen
du wirst zeigen
er/sie/es wird zeigen
» meer vervoegingen van zeigen

Dat kan ik je aanwijzen!
Ich kann es Ihnen zeigen.
Kunt u mij de weg naar de haven wijzen?
Kannst du mir den Weg zum Hafen zeigen?
geven, aangeven, opbrengen, toebrengen, toekennen, verlenen {ww.}
geben
ergeben
anvertrauen
überantworten
übergeben
machen
spenden
erzeugen
reichen
hervorbringen
verabreichen
herreichen
angeben
gewähren
tragen
gestatten
erteilen

ik zal aangeven
jij zult aangeven
hij/zij/het zal aangeven

ich werde geben
du wirst geben
er/sie/es wird geben
» meer vervoegingen van geben

Koeien geven melk.
Kühe geben Milch.
Zij geven niets.
Sie geben nichts.
aanduiden, aangeven, een teken geven, merken, kenmerken, tekenen {ww.}
kennzeichnen
anzeichnen
markieren
zeichnen
andeuten

ik zal aangeven
jij zult aangeven
hij/zij/het zal aangeven

ich werde kennzeichnen
du wirst kennzeichnen
er/sie/es wird kennzeichnen
» meer vervoegingen van kennzeichnen